Informatieteksten – dino

Dit pakket bevat 10 informatieteksten over verschillende dino’s uit de prehistorie met bijbehorende vragen. De volgende dinosaurussen komen aan bod: diplodocus, ankylosaurus, velociraptor, pterodactylus, tyrannosaurus rex, brachiosaurus, stegosaurus, triceratops, parasaurolophus. Het bestand bevat in totaal 28 pagina’s.

Doel: Kinderen oefenen met deze informatie leesteksten met het technisch en begrijpend lezen, maar ook met het creatief schrijven. Dat alles naast dat zij kennis op doen van de verschillende soorten dino’s.

Leestips: De leesteksten zijn in te zetten vanaf AVI M3. Het is geschreven met alle aangeboden letters/klanken, inclusief de ‘sch, ch, ng en nk’. Het is belangrijk dat het niet-klankzuiver woord ‘dino’ als woordbeeld vooraf wordt aangeleerd. Leesmoeilijkheden als ‘hoofd’ “ik hoor een t achteraan, maar ik schrijf een d’ komen voor in de tekst. Met een eerste keer samen lezen is dit geen probleem, maar ben er alert op. Samenstellingen worden d.m.v. een ‘-‘ aan elkaar verbonden zodat het makkelijker leesbaar is. Dit titel van elke tekst heeft de officiële dino-naam. In de tekst wordt de dino-naam eenmalig geschreven zoals de naam klinkt, zodat de kinderen het ook zelfstandig zou kunnen lukken.

Opdrachten:
Bij elke tekst hoort een vragenblad. In de tekst worden referentiematengeven over hoe hoog en hoe lang de dino is. In de eerste twee vakken tekenen de kinderen deze referentiemaat. Bijvoorbeeld: ‘hoog als boom’ staat in de tekst. De kinderen tekenen bij de hoogte een boom.Daarna kunnen de kinderen beantwoorden wat de dino eet en of de dino uit een ei komt. Als laatste opdracht beantwoorden ze een aantal stellingen met waar (blije smiley) of niet waar (sippe smiley). Bij de tekst van de giganotosaurus zit geen afbeelding van de dino. De kinderen kunnen als extra opdracht tekenen hoe ze denken dat deze dino eruit ziet m.b.v. de informatie uit de leestekst. Verder is er nog de mogelijkheid om een verhaal te schrijven over een eigen bedachte dino-soort en daarbij een tekening te maken.

Aan het einde is er nog ruimte om van elke dino een weetje uit de leestekst op te schrijven. Hiervan kan een weetjesboek worden gemaakt of het kan worden opgehangen in de themahoek.